Over BPS22

Speerpunten

BPS22 (acroniem voor Bâtiment Provincial Solvay, nr. 22 op de boulevard Solvay) is het Museum voor kunst van de Provincie Henegouwen. Sinds de oprichting in 2000, aan­vanke­lijk als ruimte voor hedendaagse creatie, en vanaf 2015, als Museum, speelt BPS22 een pioniersrol in de culturele ontwik­kel­ing van Charleroi. Het Museum legt het accent op kunstvormen die zich richten op de maatschap­pelijke actualiteit en de culturele fenomenen die kenmerkend zijn voor onze tijd. Het hele jaar door worden er tijdelijke, mono­grafis­che of collectieve tentoonstellingen geprogrammeerd.

Het basis­principe van de werking van BPS22 is het optillen van het maatschap­pelijk niveau door het toe­ganke­lijk maken van cultuur, waarbij cultuur wordt beschouwd als een soort doorgronden van de democratie’. Het is een essentiële vector van de democratie, die de burger helpt om zich kritischer op te stellen tegenover de wereld waarin hij leeft.

De speerpunten van BPS22 zijn:

  • het smeden van artistieke ver­wantschap­pen die het hok­jes­denken binnen de tra­di­tionele kun­st­geschiede­nis overstijgen door middel van een unieke programmatie;

  • het openbreken van de stijlen en tijdperken door werken samen te brengen en in dialoog te laten treden, los van hun technische of historische classificatie;

  • het voorstellen van avant-garde kunstenaars en meer even­e­men­tiële exper­i­menten die een band creëren tussen de beeldende kunsten en muziek, dans, theater, performance, urban sports etc.;

  • het verzekeren van een kritische ped­a­gogis­che functie, zowel door de pro­gram­matie van ten­toon­stellin­gen als door het aanbieden van kun­st­be­mid­del­ings­ac­tiviteit­en (stages, reflec­tieda­gen, lezingen etc.)

BPS22 heropende in 2015 zijn deuren, na een grootschalige renovatie. Les Mondes inversés, de grote open­ing­sten­toon­stelling, verenigde een indruk­wekkende selectie hedendaagse kunst die op allerhande wijze inspiratie haalde uit de volksculturen.

Het Museum heeft samen­werk­ingsver­ban­den en part­ner­ships aangeknoopt met voorname Belgische en inter­na­tionale instellin­gen: het SMAK in Gent, het Musée de la Pho­togra­phie in Charleroi, het Palais de Tokyo in Parijs, het FRAC Grand Large - Hauts-de-France, de Villa Medicis - Académie de France in Rome, etc.

Het project

BPS22, het Museum voor kunst van de Provincie Henegouwen in Charleroi is een exposi­tieruimte die zich vooral richt op kunstvormen die de maatschap­pelijke actualiteit belichten. De pro­gram­matie van het museum bedeelt een belangrijke rol toe aan inter­na­tionale kunstenaars die de grote wereld­prob­le­men aankaarten (vb. Kendell Geers, Jota Castro, mounir fatmi, Wang Du, enz.) of aan culturele fenomenen die kenmerkend zijn voor onze tijd. (vb. de media, de stedelijke subculturen zoals punk, graffiti, enz.)

BPS22 organ­iseerde de grote ten­toon­stelling Marthe Wéry. Les Couleurs du Monochrome, in het Museum voor Schone Kunsten in Doornik, in het kader van Lille 2004. Culturele Hoofdstad van Europa, alsook de ten­toon­stelling Brussels South Airport, in het Krinzinger Projekte in Wenen; verder ook de volgende ten­toon­stellin­gen in BPS22 zelf: Next Flag. Afrikaanse hedendaagse kunst, Storage. De Opslag­plaats van het Museum, Jota Castro: Universele ten­toon­stelling 2, Honoré δ’O: De Queeste, voor de Belgische deelname aan de Biënnale van Venetië, de ten­toon­stelling van Johan Muyle Plus d’opium pour le peuple; of verder ook nog een solo­ten­toon­stelling van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Kendell Geers, in samen­werk­ing met ver­schil­lende grote inter­na­tionale instellin­gen. De ten­toon­stelling One Shot ! Football et art con­tem­po­rain, een concept van BPS22, in 2010, werd opgezet in het Mube, in Sao Paulo, tijdens de wereldbeker in Brazilië in 2014; en dan was er ook de ten­toon­stelling Europunk. La Culture visuelle punk en Europe die te zien was in Charleroi, na eerst Rome en Genève te hebben aan gedaan en nadien ook nog te zien was in de Cité de la Musique in Parijs. Een ander belangrijk project was T-tris, de geza­men­lijke ten­toon­stelling van de Provincie Henegouwen (6000 kunstwerken in opslag bij BPS22), het Muhka (Antwerpen) en het Mudam (Luxemburg).

In enkele jaren tijd heeft het team van BPS22 nationale en inter­na­tionale samen­werk­ingsver­ban­den aangeknoopt met algemeen erkende instellin­gen zoals in België het Musée de la Pho­togra­phie en Charleroi/​Danses (Charleroi); het SMAK (Gent); het Blac, Matrix Art Project (Brussel). In het buitenland gaat het ondermeer over het Palais de Tokyo (Parijs); la Criée Centre d’art con­tem­po­rain (Rennes); het Migros­mu­se­um (Zurich); het FRAC-PACA (Marseille); het FRAC-Alsace (Sélestat); het Baltic Art Center (Gateshead); het Musée d’Art con­tem­po­rain (Lyon); het Mudam (Luxemburg); de Villa Medicis - Academie de France (Rome); het Mamco (Genvève); enz.

De plaats

BPS22 heeft zijn vaste basis in een oud industrieel pand van bijna 2500 m² gelegen op de site van de Université du Travail - Paul Pastur. Het fab­rieks­ge­bouw opgebouwd uit glas en staal dateert uit 1911 en werd opgetrokken ter gelegenheid van de Industriële en Commerciële expositie in Charleroi om er het paviljoen voor schone kunsten in onder te brengen. Na afloop van de expositie werd het gebouw de thuisbasis van de nieuwe Université du Travail die een dubbele doel­stelling had: instaan voor het onderricht van de bevolking en de industrie alle uitvoerende krachten bezorgen die nodig waren, van arbeider tot technisch of scheikundig ingenieur. De site van de Université du Travail illustreert perfect het groeiende pro­fy­lac­tis­che beleid van België in het begin van de 20e eeuw.

De gebouwen (later kreeg het de naam Bâtiment Provincial Solvay”, afgekort BPW) zijn een ontwerp van de architect Gabriel Devreux. Ze vormen een archi­tec­turaal geheel met ver­schil­lende historische kenmerken: een neok­lassieke betonnen zuilen­ga­ler­ij, als symbool voor een politieke macht die een oude sociale hiërarchie in stand wil houden. Boven de centrale gaanderij is er een gebogen fronton met aan beide zijden een drielicht. De ingri­jpend­ste renovatie in die tijd waren de twee grote glasramen die de gevel vormen van de twee grote halls die door de gaanderij met elkaar worden verbonden. Deze nieuwe materialen (glas en staal, verwijzend naar de industriële rijkdom van de streek) werden gebruikt omwille van hun technische mogelijkhe­den, hun symbolische uitstraling maar ook met het oog op het globale uitzicht van het gebouw.

De con­fig­u­ratie van de hallen doet denken aan een klassieke basiliek: een centrale beuk met twee zijbeuken. Deze archi­tec­tu­ur drukt duidelijk de ver­plaats­ing van het sacrale” uit, op aangeven van de sociale kunst die zich op het eind van de 19e en bij het begin van de 20e eeuw verspreidde in Wallonië: van de kerk naar de fabriek, met een hele reeks nieuwe martelaars. Tijdens de Industriële en Commerciële Expositie van 1911 werd in de hallen het Paviljoen van schone kunsten onderge­bracht (ten­toon­stelling van Waalse kunst op initiatief van de minister Jules Destrée, volgens zijn auton­o­mistisch” politiek manifest dat hij begon met de woorden Sir, er zijn geen Belgen meer ”). We kunnen ervan uitgaan dat, gezien de uit­gestrek­theid van elke vleugel (ongeveer 1000 m²), de exposi­tieruimte doorgaans gevuld werd met grote, in die tijd vaak gebruikte doeken waarop de schilder­i­jen werden bevestigd.

De gebouwen die vandaag voor een deel beschermd zijn door het Waalse Gewest, werden vervolgens gebruikt als ateliers in het kader van industrieel onderricht: confectie, metsel- en laswerken, enz. De muren vertonen overigens nog altijd sporen van deze achtereen­vol­gende bestem­min­gen. Inmiddels omgedoopt tot BPS22 werd het gebouw in 2000 een museum met nationale en internationale erkenning.

Sinds januari 2014 zijn er uit­brei­d­ingswerken aan de gang die BPS22 omvormen tot het kunstmuseum van de Provincie Henegouwen. Na een wedstrijd werden de werken toev­ertrouwd aan het archi­tecten­bu­reau Archis­céno­gra­phie Roland, dat reeds de renovaties op zijn palmares heeft staan van het Félicien Rops museum in Namen en van de Slachthuizen in Mons (in samen­werk­ing met Matador).

Voor BPS22 voorziet het ren­o­vatiepro­gram­ma een immense white box” van 800m², die volkomen beantwoordt aan de muse­umkundi­ge normen (Pierre Dupont zaal); er wordt niet geraakt aan het eigenlijke fab­riekspand van 1.200 m² dat bijzonder geschikt is voor de exper­i­mentele hedendaagse kunstvormen en waarmee BPS22 inmiddels als wordt vereen­zelvigd (Grande Halle). Met deze twee grote, compleet ver­schil­lende ruimten, kunnen ook twee soorten kun­ster­varin­gen worden aangeboden: enerzijds de contextuele ervaring in het licht van de geschiede­nis van de site en van het gebouw; anderzijds de steriele, tijdloze en atopische ervaring zoals de mod­ernistis­che traditie het wil sinds de jaren 60.

Bovendien werd het accent ook gelegd op het diver­si­fiëren van de ruimten. Er werden meerdere kleine zalen (Grenier, Mirador, Project room) gecreëerd die BPS22 de mogelijkheid bieden om klein­schaligere artistieke projecten te ontvangen, ervaringen die anders” zijn, originele ini­ti­atieven of werken die een intiemere context kunnen gebruiken. Er werd ook een podium voorzien met het oog op voorstellin­gen of opmerke­lijke concerten. Tot slot is er een studio voor het verblijf van de kunstenaars die hun producties in situ vorm geven

Bijzondere aandacht ging ook uit naar het onthaal van de bezoekers. Naast de volledig heringerichte inkom waarbij de circulatie in de ten­toon­stellingszalen herbekeken werd, is het accent nu ook komen te liggen op een van de ker­n­ac­tiviteit­en van BPS22, namelijk de kunst- en cul­tu­urbe­mid­del­ing, dankzij de inrichting van twee zalen bestemd voor ped­a­gogis­che activiteit­en (Atelier en Labo). Een derde zaal is bestemd voor de activiteit­en met de wijk­be­won­ers (Local).